Nicole Direks, docent Engels

‘Wanneer ik het meest in m’n element ben? In chaos, haha! Als leerlingen aan de slag zijn in groepjes, druk aan het praten. Ik loop daar tussendoor, maak overal een praatje en geef tips. Omdat iedereen tegelijk bezig is, voel je minder de drempel om Engels te praten. Je hoeft eigenlijk nergens aan te voldoen, maar communiceert gewoon. Dat vrije gevoel is nodig; daarna komen de regeltjes wel.

Kinderen vinden m’n vak leuk, denk ik. Ze zijn er veel mee bezig: kijken TikTok en Youtube, dus dat willen ze goed kunnen volgen. De basiskennis is vaak al behoorlijk groot, waardoor er veel ruimte is om actief bezig te zijn met de taal. Even een spelletje doen, iets actueels bespreken, leuke clips kijken zonder ondertiteling. Ze komen vaak zelf met leuke dingen. Laatst had een leerling een grappig TikTokfilmpje over homoniemen, woorden die meer betekenissen hebben. De creatieve kant van taal is op TikTok heel erg aanwezig, meer dan in de lesmethode.

Iemand die supergoed is in Engels, hoeft vaak niet alle oefeningen te maken. Maar soms missen juist die leerlingen de precisie om alles écht goed op te schrijven. Dus ik eis wel wat van ze. Bij spreekopdrachten en spelletjes kunnen ze shinen, maar eerste- en tweedeklassers vinden dat vaak helemaal niet fijn. Ze willen niet opvallen. Het is vaak voldoende dat je gezien wordt door je docent; dat je weet dat zij weet dat je goed bent. 

Het brugklaskamp vind ik superleuk. De avondspellen, het sporten, de concentratie in de lessen. Al die kleine stukjes kennismaking met leerlingen zijn zó waardevol. Als mentor krijg je de kans om jouw klas drie dagen lang in een andere omgeving te zien. Dat levert mij zo veel inzichten op. Wie vindt het moeilijk om vrienden te maken? Wie heeft talent voor organiseren? Daar kun je de eerste schoolweken meteen op inspelen. En de band die je op kamp krijgt met je klas, daar profiteer je het hele jaar van.’